Elektronische spaarpot of bakje.
Bij deze opdracht ga je je eigen spaarpot of bakje ontwerpen en maken. Hierbij gaan er twee L.E.D.'s oplichten wanneer de spaarpot vol is of er iets in het bakje ligt. Het werkstuk bestaat uit drie gedeeltes, namelijk:
1. Een houten gedeelte; het bakje voor de spaarpot of een eigen ontwerp. Verwerk hierin minimaal èèn houtverbinding of meer voor een hogere beoordeling. Het bakje heeft een dubbele bodem die met een scharnier vast zit en die als schakelaar dient.
2. Een gedeelte van acryl. Dit dient voor het monteren van de L.E.D.'s en fungeert tevens als een fotolijstje. Het fotootje klem je vast tussen twee plaatjes acryl die door middel van een bout en een moer bij elkaar gehouden worden.
3. De elektronische schakeling. Dit gedeelte bestaat uit twee L.E.D.'s, een stroomvoorziening, elektriciteitssnoer en twee punaises die deel van de schakelaar gaan vormen. Voor dit gedeelte ga je solderen met een elektronica soldeerbout.
Opdracht 1.
Pak een ruitjesblad en geef antwoord op de onderstaande vragen, dit is de kennis die je nodig hebt om deze opdracht te kunnen maken. Maak hiervoor gebruik van de achtergrondinformatie.
1. Voor dit werkstuk ga je werken met Multiplex. Leg uit wat de naam vertelt over de opbouw van het hout.
2. Welke houtverbinding ga je in je werkstuk verwerken?
3. Waar moet je op letten bij het boren van acryl?
4. Waar dient het folie op acryl voor en wanneer mag je het verwijderen?
5. Waar staat de afkorting L.E.D. voor?
6. Waar moet je op letten bij het aansluiten van een L.E.D. en waarom?
7. Wat is het verschil tussen een serie schakeling en een parallel schakeling?
8. Bij het solderen van de stroomvoorziening hebben we te maken met Rood en Zwart draad. Wat vertelt de kleur van het draad je?
9. Teken de symbolen van een L.E.D., schakelaar en een stroomvoorziening.
10 Teken twee L.E.D.'s , een stroomvoorziening en een schakelaar die parallel zijn aangesloten, net zoals deze in je werkstuk zijn aangesloten.
Opdracht 2.
Bepaal voor jezelf of je een spaarpot of een bakje gaat maken en maak hiervan een isometrische tekening op ware grootte. het gedeelte van acryl mag je hierbij weglaten. Tip! Teken eerst de figuurlijnen daarna de onzichtbare lijnen en als laatste de maatlijnen. Zo blijft je tekening overzichtelijk tijdens het tekenen. Zodra je ontwerp af is, niet je deze vast aan het ruitjesblad zodat alles netjes bij elkaar blijft.
Opdracht 3.
Maak op het ruitjesblad een zaagplan voor jouw ontwerp. Teken hiervoor eerst een vak van 15 x 20 cm en teken binnen dit vak de onderdelen op ware grootte. Let op! Probeer zo min mogelijk afval over te houden.
Opdracht 4.
Maak een planning voor je werkstuk waarin je duidelijk maakt wanneer je wat gaat doen en welk gereedschap je er voor gebruikt. Je kunt hierbij ook onderscheid maken tussen de drie onderdelen. In totaal mag je met het maken van dit werkstuk 8 lessen bezig zijn.